In de huidige maatschappij is het cruciaal om te weten wat een medewerker te bieden heeft, wat hem onderscheidt en wat zijn toegevoegde waarde is voor de organisatie. Maar we zien ook dat de medewerker zelf op zoek is naar kansen en mogelijkheden voor ontwikkeling en zoekt naar een organisatie die aansluit bij zijn capaciteiten en wensen. Hoe speel je hier als organisatie op in? Richt je je op competentiemanagement of op talentmanagement?
Volgens het jaarlijkse Benchmarkonderzoek van Raet vindt 40% van de bestuurders dat organisaties onvoldoende in staat zijn om jong talent te binden en te behouden.
Dit komt doordat veel organisaties geen rekening houden met wat jonge medewerkers écht gelukkig maakt, namelijk werk-privébalans, leuke collega's, carrièremogelijkheden en een relevant opleidingsaanbod.
Millennials en de jongeren van generatie Z willen zich identificeren met een organisatie. Als organisatie is het daarom belangrijk om eerst naar de talenten van de medewerker te kijken en hoe je deze verder kunt ontwikkelen. In de huidige maatschappij dienen leidinggevenden ontwikkeling dan ook serieus te nemen en op de agenda te zetten.
Medewerkers willen ontwikkelingsmogelijkheden op hun werk. Organisaties willen ook het talent van hun medewerkers ontplooien en behouden. Maar richt je je dan als leidinggevende op de ontwikkeling van competenties of op de ontplooiing van talenten van je medewerkers? En wat is het verschil? Om dat duidelijk te maken, leggen we eerst uit wat de twee begrippen inhouden.
Met competentiemanagement zorg je ervoor dat de juiste competenties aanwezig zijn waar en wanneer nodig. De "juiste" in dit verhaal hangt af van de doelstellingen binnen de organisatie.
Competenties zijn het vermogen of de kennis om een handeling bekwaam uit te voeren of om een probleem efficiënt op te lossen. Bij competenties wordt er gekeken naar de rollen die een medewerker wil vervullen en op welke gebieden de medewerker zich moet ontwikkelen om aan die rollen te voldoen.
Talentmanagement is gericht op het ontwikkelen en identificeren van de kwaliteiten en ambities van medewerkers. Deze kwaliteiten en ambities gaan voornamelijk over de persoonlijke ontwikkeling van een medewerker en minder over de ontwikkeling binnen het vakgebied.
Wanneer de focus op talent ligt, kijk je als organisatie eerst naar de sterke kanten van de medewerker en hoe je hierop voort kunt bouwen. Dit wordt meestal gedaan met een persoonlijk loopbaantraject. Bij talentmanagement staat de groei van de medewerker centraal. Groei die past bij de talenten van de medewerker.
Het grote verschil is dat talenten van de medewerker zelf zijn en je competenties kunt zien als een verzameling van collectieve vaardigheden die nodig zijn om een bepaalde functie te kunnen uitvoeren. Het verschil tussen competenties en talenten is dan ook subtiel, maar zeker aanwezig.
Waar je je ook op richt: het is belangrijk dat je als organisatie voornamelijk focust op de ontwikkeling van de medewerker. Het optimaal benutten van talenten helpt jouw organisatie om haar doelstellingen te behalen en om jouw medewerkers te laten groeien.
Met goed management werken medewerkers immers vanuit hun kracht, waardoor ze een betere bijdrage leveren aan de organisatie. Ook zorgt goed competentie- of talentmanagement voor de juiste verbinding en gemotiveerde medewerkers. Je creëert namelijk mogelijkheden, investeert in je medewerkers en staat open voor verandering.