Het NPO, of Nationaal Programma Onderwijs, is in 2021 door de overheid gelanceerd om door de pandemie ontstane studievertraging in te halen en verdere vertraging te voorkomen. Maar wat hebben docenten nu nodig om studenten goed te kunnen begeleiden? En hoe kan het NPO-budget hierbij helpen? Hedvig Niehoff, directeur van CINOP, een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van onderwijs en een leven lang ontwikkelen, en Dominique Majoor, lid Raad van Bestuur bij het Koning Willem I College (KW1C), deelden hun kennis en ervaringen tijdens het live webinar ‘Kansen voor HR met het NPO’.
De hoofddoelstelling van het NPO is het inhalen van studievertraging die door coronamaatregelen is ontstaan en het voorkomen van verdere vertragingen. Met de subsidie die via dit programma beschikbaar wordt gesteld, kunnen onderwijsinstellingen diverse maatregelen treffen. Deze zijn erop gericht om leerachterstanden weg te werken, maar ook om het onderwijs duurzaam te verbeteren.
Hedvig Niehoff lichtte tijdens het webinar toe dat de maatregelen waarvoor de NPO-subsidie kan worden aangewend vooraf door de overheid is bepaald. Op korte termijn gaat het om het oplossen van knelpunten voor studenten. De NPO-gelden kunnen daarnaast ook worden benut om het onderwijs te repareren en innoveren met het oog op de lange termijn, bijvoorbeeld op het gebied van flexibilisering, digitalisering en het duurzaam opleiden van personeel.
Tijdens het webinar deelden Niehoff en Majoor hoe dit budget in het bijzonder voor het onboarden en duurzaam opleiden van onderwijspersoneel kan worden aangewend.
Een belangrijk aandachtspunt is digitalisering. De afgelopen twee jaar zijn de ontwikkelingen op dit gebied enorm versneld binnen het onderwijs. En dit vergt behoorlijk wat van docenten, onderschreven zowel Niehoff als Majoor. Maar niet alleen op technisch gebied: hybride doceren betekent bijvoorbeeld ook dat docenten hun lessen op een nieuwe manier moeten vormgeven en studenten begeleiding dienen te bieden op afstand. De groep studenten die daadwerkelijk begeleiding nodig heeft, is de afgelopen twee jaar ook nog eens sterk gegroeid, blijkt uit onderzoek dat Niehoff tijdens het webinar aanhaalde.
Niet zo gek, want ineens werd tijdens de pandemie van studenten een veel hogere mate van zelfstandigheid verwacht. Niehoff: “Je werd overgeleverd aan thuisstudie en het was echt wel een uitdaging voor heel veel jongeren om dat goed op te pakken en ook goed te blijven studeren.”
Bij het KW1C merkte Majoor bovendien ook op dat de thuissituatie niet voor iedereen optimaal is om daar te kunnen studeren. De uitval van stages en het gebrek aan sociaal contact maakte het daarnaast voor veel studenten een stuk minder leuk. De ondersteuningsvraag varieert daardoor van “hoe krijg ik digitaal onderwijs thuis voor elkaar?” tot aan vragen met betrekking tot mentale ondersteuning.
Van docenten is dan ook erg veel gevraagd de laatste jaren. Zij hebben een enorme wendbaarheid getoond, maar aan het welzijn van docenten moet volgens Niehoff en Majoor zeker nog meer tijd en aandacht worden besteed. Vooral omdat het hele onderwijs op dit moment in transitie is: er wordt straks niet meer alleen online lesgegeven, maar er zal naar verwachting een combinatie ontstaan van digitaal en in de klas lesgeven. En dit vereist een breder instrumentarium voor de manier waarop je lesgeeft als docent, en dus een ontwikkeling van andere vaardigheden.
Om de NPO-gelden zo effectief mogelijk aan te wenden, is bij het Koning Willem 1 College bij alle afdelingen opgevraagd waar behoefte aan is. Vervolgens is er een projectmanager aangesteld die dedicated aan dit onderwerp ging werken in samenwerking met een projectgroep. Elke afdeling diende vervolgens zijn eigen plannen in. Zo konden beslissingen worden genomen vanuit strategische doelen.
Om de individuele behoeften van zowel docenten als studenten op te halen, heeft het KW1C daarnaast verschillende vragenlijsten uitgezet. Daaruit werd veel geleerd, onder andere over de behoeften van docenten ten aanzien van het goed omgaan met digitaal onderwijs. Majoor: “Op dit moment wordt er ook een nulmeting gedaan onder alle docenten en andere collega’s ten aanzien van digitale vaardigheden en precies die ontwikkelbehoefte.” Daarnaast zijn er bij het KW1C zogenaamde ‘digicoaches’ ingezet; geschoolde docenten die het onderwijspersoneel bij digitalisering ondersteunen.
Voor HR-professionals zijn de kansen die het NPO biedt divers. Maar wat is nu de rol die HR speelt binnen de NPO-vraagstukken? Kijk het webinar nu terug om te zien hoe andere HR-professionals hun rol hierin beschouwen en wat Niehoff en Majoor hierop konden aanvullen, met name ten aanzien van het onboarden en ontwikkelen van personeel.