H: Dat is veel geld.
K: Dat is heel veel geld, en het heeft allemaal daarmee te maken.
H: Vooral als je kijkt naar: het kan wel zijn dat je tien tot honderd medewerkers per jaar aan boord gaat, afhankelijk van de grootte van je organisatie. En heeft de grootte van de organisatie eigenlijk nog iets te maken met het aan boord gaan? Is het zo dat hele grote organisaties het meer geautomatiseerd hebben? Misschien doen ze het wel beter dan kleinere organisaties? Klopt die aanname?
K: Dat kan, maar kijk, uiteindelijk kun je heel veel dingen automatiseren en dat is ook goed, want hoe groter je bent, hoe meer je het ook moet doen, ook om die processen goed te vervolgen en schaalbaar te maken. Maar uiteindelijk valt of staat het wel weer met de uitvoering. Een leidinggevende zal toch ook nog met die nieuwe medewerker om de tafel moeten aan het eind van de week, op zo'n evaluatiemoment, om met elkaar te bespreken hoe het gaat, wat goed gaat, wat niet goed gaat, wat anders kan, en wat het van ons samen vraagt. Dus dat verschil maakt niet zoveel uit of het nou klein of groot is. Alleen als je groter bent, moet je het wel inderdaad goed inrichten en automatiseren om het ook schaalbaar te kunnen maken.
H: Je triggert wel weer iets en je zegt: "Je moet evalueren." Het lijkt me best lastig, ook als organisatie, om kritisch naar jezelf te kijken. Maar ook als medewerker om zoiets kritisch aan te geven in de eerste paar weken dat je ergens bent.
K: Dat is ook zo, en daarom is het ook weer belangrijk om te kijken naar de stap werving en selectie. In die fase is het ook al van belang om dit aan te geven. Hoe ziet dat inwerktraject eruit? Wat kun je van mij verwachten als leidinggevende? Wat verwachten we van jou als nieuwe medewerker?
H: Oké, dat doe je al eigenlijk bij de werving en selectie?
K: Ja, dat zou wel moeten.
H: Dan schets je al de eerste maand, of tenminste het onboardingstraject.
K: Ja, precies. En dan maak je het ook een wederzijdse verantwoordelijkheid van zowel de werkgever, de leidinggevende in dit geval, als de nieuwe medewerker. Dus daar kun je ook al aangeven: als het niet goed loopt, geef het aan. Het is niet erg, stel gewoon je vragen. Want anders kun je ook al heel gauw verzanden in aannames. Dat iemand nieuw komt, die vindt het al heel spannend. Die wil een vraag stellen, maar denkt misschien dat het een stomme vraag is en stelt hem daarom maar niet. Het enthousiasme is niet heel hoog. Het is allemaal onuitgesproken. En daar zijn die evaluatiemomenten ook voor. En als je van tevoren aangeeft: bespreek het. Dus als je het opengooit, dan neem je dat al weg.
H: Het heeft natuurlijk ook te maken met de cultuur binnen een organisatie. Is die cultuur er dat we elkaar kunnen verbeteren? Zijn er feedback loops? Maar dat is belangrijk voor meer dingen dan alleen onboarding. Voor het hele bedrijfsproces is dat natuurlijk funest, denk ik.
K: Absoluut. Bedrijfscultuur is wel een hele belangrijke key factor, om het zo maar te zeggen. Als in de cultuur heerst dat je geen fouten mag maken, dat je vooral niet mag meedenken, of veel meer wordt gecontroleerd in plaats van vanuit vertrouwen leiding wordt gegeven, dan zal die persoon ook anders het onboardingsproces ervaren dan als er wel vanuit vertrouwen leiding wordt gegeven. En je mag leren, maak fouten, maak het bespreekbaar, reflecteer op jezelf. Dan wordt het al heel anders.
H: Die rol van de leidinggevende is eigenlijk cruciaal.
K: Ja, en het begint met zelfreflectie. Als die leidinggevende al niet van zichzelf kan zeggen: "Dit doe ik goed, maar dit moet ik de volgende keer beter doen", dan kun je het ook niet van je medewerkers verwachten dat zij op zichzelf reflecteren.
H: Helemaal mee eens. Jij spreekt best veel organisaties natuurlijk. Jij helpt ook organisaties met het goed inrichten van de onboarding. Nu ben ik wel benieuwd naar, wat zijn de organisaties die het goed doen? En hoe doen ze het dan goed? Ik wil niet per se een naam noemen, maar wat zijn de dingen die zij goed doen?
K: Nou, met name naar die persoonlijke aandacht en echt die juiste verwachtingen schetsen. Dus het geen sprookjes vertellen, gewoon hoe het is. En ook dus al duidelijk zijn tijdens die werving- en selectiefase. Ze hebben een duidelijk plan voor die eerste 90 dagen, met iedereen een duidelijke rolverdeling. En iedereen snapt de noodzaak er ook van, in plaats van dat het een feestje is van HR waardoor het dus dan niet werkt. Dus, doordat iedereen die noodzaak snapt en ook daaraan dus mee wil werken, wordt het ook goed uitgevoerd.
H: Ik heb een stelling voor je en die luidt: de jongere generatie blijft jobhoppers. Eens of oneens?
K: Ja, dat denk ik wel. In de zin van: wat zijn ze? Kijk, de tijd van 40 jaar bij een werkgever is sowieso voorbij en de jongere generatie is gewoon heel moeilijk te binden. Dat is gewoon zo en dat kun je zeker proberen in te zetten op het laten blijven van die mensen zo lang mogelijk bij je bedrijf, als dat van toegevoegde waarde is. Door ze ook ontwikkeling te bieden en uitdagende ontwikkelmogelijkheden en een bepaalde bedrijfscultuur waarin ze echt mee mogen denken en het gevoel hebben dat ze samenwerken met een werkgever in plaats van voor een werkgever. Maar het blijft altijd wel een beetje, dat is ook wel zo, maar het blijft altijd wel een doelgroep die gewoon een extra uitdaging is om te binden. Die zullen niet zo snel voor een werkgever kiezen voor langer dan drie jaar.
H: Dat is toch best een hoge verantwoordelijkheid. Als ik kijk naar mijn eigen persoonlijke situatie, mijn vader werkt al twintig plus jaar bij de KPN en hij blijft daar ook gewoon werken, denk ik, tot hij met pensioen gaat. En dan kijk ik naar Studytube, in het marketingteam, maar misschien ook in andere teams. Inderdaad, twee à drie jaar is best wel normaal. Is dat ook iets waar je als werkgever eigenlijk... Moet je dat accepteren als werkgever? Is dat gewoon de situatie zoals het is? Of kan je wel meer doen om mensen toch langer aan je te binden?
K: Het is van belang dat je daarover met elkaar in gesprek blijft en dat je je dus ook verdiept in die doelgroep, in plaats van alleen maar te zeggen: "Ik heb een keer een klant geholpen en die zei: 'Ja Kirsten, er zit geen generatiekloof tussen, maar een complete Grand Canyon'."
H: Ja, dat is een flinke kloof.
K: En die vond het heel lastig, en dat snap ik ook. Je zult er wel meer moeten doen en kijken wat er leeft bij die doelgroep. Wat hebben ze nodig om goed te kunnen functioneren en waarbij zijn ze dan ook van waarde in het bedrijf? En wat kan en wil ik daarin bieden? En wat kan en wil ik daarin bieden? En op het moment dat je bijvoorbeeld heel weinig ontwikkelmogelijkheden hebt, terwijl je weet dat bijvoorbeeld diegene dat wel heel belangrijk vindt, dan moet je er gewoon op instellen dat hij na twee, drie jaar gewoon echt weg is. Dus je moet je bedrijfsproces daar ook op aanpassen en je eigen verwachtingen.
H: Zeker. Ontwikkelmogelijkheden, dat is natuurlijk... ook wel waar Studytube bekend om staat. En uit onderzoek is ook gebleken dat een heel hoog percentage van de mensen die weggaan een tekort aan ontwikkelingsmogelijkheden zien. Dus ik denk dat dit ook als erg belangrijk wordt gezien. Ik ben nu hier, maar waar kan ik naartoe gaan? Hoe kan ik me ontwikkelen? En hoe word ik daardoor gefaciliteerd en geholpen door mijn werkgever?
K: Ja, daar begint het vaak al mee. Ook daarin, net als bij de onboarding, wees gewoon heel duidelijk wat mensen kunnen verwachten in hun ontwikkeling. En als je nog niet helemaal duidelijk hebt waarin mensen zich precies kunnen ontwikkelen, geef dat dan ook aan. Maar je moet voor jezelf wel kunnen bekijken, als dit de doelgroep is waar ik mee wil werken, dan heb je daar gewoon rekening mee te houden. Zeker. En niet de verwachting hebben dat mensen minstens vijf jaar blijven.
H: En ik denk ook, wat nu heel relevant is, is remote werken of hybride werken. Meer thuiswerken. Sinds coronatijd werk ik ook persoonlijk twee à drie dagen per week thuis. Het scheelt reistijd. Ik kan tussendoor even mijn was doen en ik ben nog steeds even productief, of misschien wel productiever. Brengt dat een extra uitdaging met zich mee?
K: Zeker, want je bent toch op fysieke afstand. Dus de betrokkenheid, daar moet je toch meer moeite voor doen om die te vergroten. Dus ik zeg altijd wel, tijdens die onboarding is het wel belangrijk om die fysieke momenten wel wat meer in te zetten dan daarna. Want het gaat er uiteindelijk om dat iemand ook echt een thuisgevoel heeft en het gevoel heeft dat ik daar onderdeel van maak. En wanneer iemand eigenlijk meer dan deel thuis werkt, dan is dat veel moeilijker om dat gevoel te krijgen.
H: Verbinding met de organisatie.
K: Ja, precies. Dus ik zou die onboarding daar wel op aanpassen en tijdens de... op het moment dat iemand dan thuis werkt, dat je dan ook die contactmomenten hebt.